Een enucleatie is een vrij eenvoudige ingreep, maar het kan zware mentale gevolgen hebben. De oogarts gaat daarom pas over tot een enucleatie als alle andere behandelingsmethoden zijn uitgeput. De vaakst voorkomende redenen voor een enucleatie zijn:
Om de patiënt van enig ongemak te vrijwaren, vindt de ingreep plaats onder algemene verdoving. De oogarts verwijdert de oogbol, maar niet de oogbewegingsspieren.
Daarna plaats de oogarts een implantaatin de oogkas. Dat is nodig, want anders neemt het weefselvolume van de oogkas sterk af. Het implantaat bestaat uit kunststof bedekt met donor-oogwit, ook wel sclera genoemd. Ook hecht de oogarts de oogspieren aan het implantaat, zodat oogbewegingen in beperkte mate mogelijk zijn.
Na de operatie dient de patiënt rekening te houden met de volgende zaken:
Je kan tot 36 uur na de operatie pijn en hoofdpijnervaren.
De oogarts voorziet een oogkapje, dat je na zo’n week mag verwijderen.
In de ogen wrijvenof de ogen bevochtigen mag niet tot 14 dagen na de operatie.
De oogarts schrijft mogelijk medicatie tegen pijn en misselijkheid voor.
Om de natuurlijke uitstraling volledig te herstellen, kan er vier tot acht weken na de enucleatie een oogprothese geplaatst worden. De oogarts let erop dat het implantaat symmetrisch is aan je intacte oog. Het heeft dus dezelfde grootte en kleur. Haast niemand merkt het verschil op.
Het is mogelijk dat er problemen optreden na de enucleatie. Deze complicaties kan je onmiddellijk na de operatie opmerken, maar ook pas jaren nadien. Zo kan het gaan om:
Wil je meer weten over een enucleatie? Een oogarts geeft jou graag professioneel advies. Bij Belgoptic vind je snel en eenvoudig een oogarts in je buurt. Het enige wat je hoeft te doen, is je postcode ingeven en zoeken op oogarts. Vervolgens krijg je een overzicht van alle oogartsen in de nabije omgeving.
Lees verder ook nog: